Nieuws

Statement Handhaving Dagelijks Bestuur Avri

We willen allemaal een schoon Rivierenland
In de praktijk gebeurt het scheiden van afval en grondstoffen door heel veel bewoners van Rivierenland erg goed. Het goed scheiden van afval is om meerdere redenen van belang. Allereerst voor het milieu doordat een grondstof hergebruikt kan worden. Ten tweede zijn bewoners zelf gebaat bij een zo goed mogelijke scheiding van het afval. Zuivere grondstoffen leveren immers meer geld op en dat is goed voor een lagere afvalstoffenheffing. Maar wanneer grondstoffen te veel vervuild zijn met restafval, moet soms een hele partij grondstof alsnog worden verbrand. Dan kost het alleen maar geld en krijgen we een onnodig hoge afvalstoffenheffing. Wanneer een kleine groep mensen moedwillig hun restafval blijft (ver)stoppen tussen de grondstoffen, verpesten ze het dus voor de overgrote meerderheid. Daarom is handhaving nodig.

Bewoners die goed scheiden, zien dat vervuiling wel degelijk wordt aangepakt
Handhaven op afval- en grondstoffeninzameling gebeurt niet zo maar. Er is altijd aanleiding toe.  Boa’s komen soms ernstige vervuiling tegen in de minicontainers van bewoners. Het is dan de inschatting en beoordeling van een boa of er wel of niet gehandhaafd moet worden. Preventief door voorlichting of een waarschuwing en in het uiterste geval door te beboeten. Immers het zou jammer zijn als de overgrote meerderheid van de bewoners die het goed doet, moet lijden onder de groep bewoners die het moedwillig niet goed scheidt. Daarmee heeft handhaving ook een signalerende functie naar bewoners. Degenen die het goed doen, zien dat vervuiling wel degelijk wordt aangepakt. Moedwillige vervuiling willen we immers allemaal tegen gaan: zowel voor het milieu als de kosten.

Informeren, communiceren, toezicht houden en als sluitstuk handhaven
Als de boa’s bij de controle van een minicontainer vermoeden dat het gaat om een vergissing, dan attenderen zij de bewoner daarop, bijvoorbeeld door een gesprek aan te gaan of een gele waarschuwingskaart aan te brengen op de minicontainer. Deze wordt in dit geval gewoon geleegd door de chauffeur. Ook als de boa bij een controle vermoedt dat het gaat om een moedwillige vervuiling, gaat de boa eerst in gesprek met de betreffende bewoner om zijn /haar kant van het verhaal te horen. Er wordt dan soms een waarschuwing gegeven maar in het uiterste geval kan er ook een boete worden gegeven. Dit is ter beoordeling van de boa die  getraind is om een goede inschatting te maken van de situatie. Als een bewoner het er niet mee eens is, kan deze achteraf bezwaar maken bij het CJIB die de bekeuringen int. Het geld van de boetes blijft bij het CJIB en komt niet ten goede van Avri.

Aandacht voor taalgebruik
Onze boa’s handhaven op basis van het strafrecht. Vanuit dit recht moeten zij een proces-verbaal opmaken, mensen verhoren, wijzen op hun rechten en plichten, enzovoorts. Dit zijn juridische termen die horen bij het strafrecht. Waar het om gaat, is dat er met bewoners in gesprek wordt gegaan om hun kant van het verhaal te horen. Dat noemen we verhoor. Om een boete te kunnen geven, moet er eerst een proces-verbaal worden opgenomen. Ook is het van belang dat inwoners weten wat zij in dit soort situaties verplicht zijn en waar zij recht op hebben. Dat noemen we bewoners wijzen op hun rechten en plichten. Dit is te vergelijken met een boete voor een verkeersovertreding. We kunnen ons voorstellen dat deze juridische termen bij sommige bewoners een onprettig gevoel oproepen. Wij gaan dan ook kijken hoe we in onze toezicht- en handhavingscommunicatie hier rekening mee kunnen houden.

Meer voorlichting
We kunnen ons ook voorstellen dat het voor bewoners soms lastig is om goed afval- en grondstoffen te scheiden. Daarom staat er prominent op de startpagina van onze website informatie over “wat hoort waar” waardoor de bezoeker direct bij de informatie komt. De Avri-app wordt doorontwikkeld en nog dit jaar komt een nieuwe versie uit met meer informatie voor bewoners. Ook is er een voorlichtingscampagne “schone grondstoffen” voor bewoners gepland.

Bedreiging van specifieke Avri-medewerkers ontoelaatbaar
De wijze waarop onze handhavers worden bejegend door sommige bewoners, zowel op straat als op sociale media, vinden wij ontoelaatbaar. In een enkele gevallen worden onze boa’s zelfs fysiek bedreigd. Dit mag en kan nooit de bedoeling zijn. Onze medewerkers moeten in staat zijn hun werk uit te kunnen voeren. Bewoners die het niet eens zijn met het beleid dat Avri uitvoert, kunnen altijd met ons of met de eigen wethouder in gesprek gaan.  
 


Deel deze pagina opLinkedIn