Nieuws

Bestuurlijke reactie op het rapport ‘Storten en tekorten’

Het onderzoeksbureau Necker van Naem presenteerde op 13 september 2021 het onderzoeksrapport aan de raadsleden uit Rivierenland over de gang van zaken rond de stortplaats Avri en de provincie Gelderland. Het Algemeen Bestuur had graag met de onderzoekers gereflecteerd op de conclusies en aanbevelingen uit het onderzoeksrapport voorafgaand aan de behandeling in de gemeenteraden. Het Algemeen Bestuur wil met haar reactie een positieve bijdrage leveren aan een goede gedachtewisseling met de raden, met name over de lessen voor de toekomst.

Het bestuur van Avri dankt de onderzoekers voor hun inspanningen om in redelijk korte tijd het proces rond de verlaging van de rekenrente en de financiële gevolgen voor Avri inzichtelijk te maken. Ook dank aan de begeleidingscommissie vanuit de verschillende raden die het onderzoek hebben begeleid.

Het bestuur van Avri had graag nog met de onderzoekers gereflecteerd op de conclusies en lessen uit het rapport voorafgaand aan de behandeling in de raden. We hopen met deze schriftelijke bestuurlijke reactie een positieve bijdrage te leveren aan een goede gedachtewisseling in de raden, met name over de lessen voor de toekomst. We zien de lessen als een steun in de rug om de kwaliteitsslag die Avri heeft ingezet, kracht bij te zetten.

Centrale vragen
In het onderzoek van de raden stonden twee sporen centraal: waarheidsvinding (wat is er precies gebeurd tussen Avri en de provincie Gelderland?) en communicatie (hoe is de communicatie tussen Avri en provincie verlopen en hoe is dit met de raden gecommuniceerd?).

De onderzoekers constateren dat (het bestuur van) de GR aan haar actieve informatieplicht heeft voldaan, maar dat uit de reconstructie achteraf blijkt dat er zeker ook enkele lessen zijn te leren. Letterlijk concluderen zij naar aanleiding van de centrale onderzoeksvragen: “De gemeenteraden zijn dus stap voor stap via P&C-documenten geïnformeerd over ontwikkelingen rondom de rekenrente, qua aard en toon overeenstemmend met de risico-inschatting van Avri. […] Op basis van de reconstructie constateren we dat er geen sprake is van bewust onvolledig en niet tijdig informeren” (p.53). De onderzoekers voegen eraan toe dat het wel anders of beter had gekund, wat zij in de conclusies samenvatten als ‘te beperkte politiek-bestuurlijke sensitiviteit’, vooral in het samenspel tussen Avri-bestuur, gemeenteraden, colleges en ambtelijke organisaties.

We willen hierbij graag drie aanvullende opmerkingen maken. Deze hebben vooral te maken met de rol van de provincie die in het rapport onderbelicht is gebleven:

  1. De onderzoekers stellen dat de mogelijke renteverlaging te lang een ambtelijke kwestie is gebleven en dat de bestuurlijke afstand met de provincie groot was. We zijn het eens met de constatering dat dergelijke ingrijpende gebeurtenissen eerder op de bestuurlijke tafel moeten komen, zodat de raden ook eerder kunnen worden geïnformeerd. Wel willen we aanvullen dat de provincie bestuurlijk overleg met individuele stortplaatseigenaren lange tijd heeft afgehouden. In eerste instantie verloopt de communicatie tussen het provinciaal Nazorgfonds en de stortplaatsexploitanten namelijk via de Stichting Milieubedrijven Gelderland (MBG), die de argumenten tegen de renteverlaging goed naar voren heeft gebracht. Hierdoor was actie vanuit Avri op dat moment ook niet nodig. De provincie wilde aanvankelijk ook alleen met de MBG over de renteverlaging spreken. Ons verzoek voor een bestuurlijk overleg in april 2020, werd pas in juli 2020 gehonoreerd, mede omdat de coronacrisis alle aandacht opeiste, zowel bij Avri als bij de provincie.
  2. De onderzoekers signaleren ook dat de urgentie pas in september 2020 echt lijkt te ontstaan. We zijn het op zich eens met deze constatering, maar de onderzoekers vermelden niet dat we volgens de accountant – zelfs nog bij de behandeling van de jaarrekening 2019 in juli 2020 – geen rekening mochten houden met een verlaging van de rekenrente. Pas in oktober 2020 wezen de begrotingsdeskundigen ons erop dat een besluit van GS nu – in tegenstelling tot de vorige keer dat een rentewijziging moest worden verwerkt in de begroting – ook direct financiële consequenties had in het lopende boekjaar en het tekort van € 10 miljoen ook direct moest worden genomen. Reden hiervoor was de te geringe weerstandscapaciteit bij Avri. Vanwege die geringe weerstandscapaciteit zou dit tekort ook onmiddellijk worden neergelegd bij de aangesloten gemeenten. Dat heeft de urgentie sterk vergroot.
  3. De onderzoekers constateren dat het mobiliseren van de gemeenteraden richting PS deels averechtse gevolgen heeft gehad. Hoewel ook wij hebben gezien dat onze lobby heeft geleid tot ergernis bij enkele statenleden, willen we graag benadrukken dat het besluit om de rente van het Nazorgfonds te verlagen was geagendeerd als hamerstuk in PS. We moesten alles uit de kast halen om te zorgen dat dit punt überhaupt besproken werd in PS. Onze gezamenlijke lobby heeft in elk geval tot resultaat gehad dat er een amendement is aangenomen en GS uiteindelijk met een maatwerkoplossing voor Avri is gekomen, zoals we eerder in juli 2020 hadden bepleit.

Lessen
Na deze beknopte aanvullingen willen we uiteraard ook en vooral graag ingaan op de lessen die de onderzoekers hebben gepresenteerd.

  1. Het Avri-bestuur is het eens met de aanbeveling om sneller bestuurlijk op te schalen bij een onderwerp dat politiek-bestuurlijk relevant is, ook al lijkt het een technisch onderwerp. Aan het ambtelijk overleg tussen de Avri-organisatie en de inhoudelijke en financiële vertegenwoordigers van de gemeenten, zal ook gevraagd worden om bestuurlijk op te schalen zodra er een onderwerp speelt dat politiek-bestuurlijk relevant is. Ook de directie en het DB van Avri hebben daarbij een signalerende rol.
  2. Het Avri-bestuur onderschrijft ook de aanbeveling dat de eigenaarsrol versterking verdient. Dat is al in gang gezet door ook regelmatig met de financiële vertegenwoordigers van de aangesloten gemeenten overleg te voeren en zo nodig de wethouders financiën bestuurlijk te betrekken. Dat is bij de gesprekken met de provincie over de stortplaats ook gebeurd in het najaar van 2020. Komende periode zal hier extra aandacht aan worden gegeven om de eigenaarsrol nog verder te versterken.
  3. Het goed betrekken van gemeenteraden vraagt een stevige investering. Ook daar kan het Avri-bestuur mee instemmen. We doen dit al zo goed mogelijk door voorafgaand aan het AB een platformbijeenkomst te organiseren en door twee keer per jaar een raadsbijeenkomst te houden om de begroting en de tarieven toe te lichten, zodat raadsleden het nieuws niet uit de krant hoeven te halen. We onderkennen dat er meer nodig is om naast informeren van de raden ook meer dialoog te organiseren. Het aanwijzen van raadsrapporteurs per raad en/of het instellen van een regionale auditcommissie kan de betrokkenheid van de raden nog versterken, aldus de onderzoekers. We zien uit naar de ideeën die de raden hebben om dit samenspel te verbeteren. Uiteraard willen we hier ondersteuning in aanbieden, eventueel gezamenlijk met andere GR-en en in overleg met de griffies.
  4. Ten slotte onderschrijven we het belang van een goede ontsluiting van informatie. Op de website van Avri staan alle relevante documenten en bestuursstukken vermeld. We zullen ervoor zorgen dat ook documenten die eerder in het AB en de platformbijeenkomsten aan de orde zijn geweest, gemakkelijk terug te zoeken zijn.

Avri is van en voor de gemeenten. Het is al vaker betoogd in bestuurlijk Nederland dat een Gemeenschappelijke Regeling goede afstemming vraagt tussen bestuursleden enerzijds en raadsleden anderzijds. De eindverantwoordelijke positie van de bestuurders ten aanzien van de besluitvorming staat immers op gespannen voet met de kaderstellende én controlerende rol van de gemeenteraden. Eigenaarschap speelt daarin volgens de onderzoekers een cruciale rol. Het is nu aan ons gezamenlijk, bestuur van Avri én gezamenlijke gemeenteraden, om te bezien hoe we aan dit eigenaarschap zodanig invulling kunnen geven, dat raadsleden het gevoel hebben voldoende te zijn aangehaakt bij de belangrijke taken die de gemeenschappelijke regeling voor hen uitvoert.

We zien uit naar de beraadslagingen hierover met elkaar.

Algemeen Bestuur GR-Avri

Meer informatie
Eind oktober 2020 besloot de Provincie de rekenrente voor het nazorgfonds stortplaats te verlagen. Dit besluit had een enorme financiële impact op de Avri-gemeenten. In het bestuurlijk akkoord (december 2020) koos de Provincie voor “Uitstel onbepaalde tijd, waarbij de provincie over 10 jaar (in 2031) het overdrachtsmoment bepaalt.


Deel deze pagina opLinkedIn